5 tips voor een warme en comfortabele winter wandeling
Wanneer de sneeuw naar beneden dwarrelt willen veel van ons graag naar buiten. Het bouwen van een sneeuwpop of een sneeuwballengevecht komt misschien als eerste in je op. Maar tijdens deze dagen vol met sneeuw is het ook heerlijk om een lange wandeling te maken. Of dat nou in Nederland is of in het buitenland. Een winter wandeling is uitdagend en vaak ook erg mooi. Maar je moet er wel op letten dat je comfortabel blijft zodat je ook echt van de wandeling kan genieten. Vandaag daarom 6 tips op de blog om tijdens jouw wandeling comfortabel en warm te blijven.
1. De juiste kleding en materialen
Lucht en vocht
Kleding die niet lekker zit is altijd vervelend, maar tijdens een winter wandeling is het misschien nog wel belangrijker dat je kleding perfect zit. Voordat je op pad gaat is het natuurlijk goed om te kijken hoe koud het écht gaat worden. En wat daarbij ook de gevoelstemperatuur is. Hier stem je je kleding ook op af. Wanneer je in de winter op pad gaat is het belangrijk om het lagensysteem te gebruiken, daarover later meer. Maar waar let je nog meer op bij het kiezen van je kleding en materiaal? Voornamelijk op lucht en vocht. Lucht wil je vasthouden en zoveel mogelijk verwarmen dicht bij je lichaam, terwijl je de koude lucht van buiten daar wilt houden. Vocht wil je zoveel mogelijk buiten houden want door vocht koel je nog veel sneller af. Als je jezelf inspant ga je zweten en creëer je ook vocht wat jou snel af kan laten koelen. Daarom wil je kleding die vocht snel afvoert naar je buitenste kledinglagen.
Als het gaat om de kleding die direct op je huid zit, is het belangrijk dat dit van goed materiaal is gemaakt. Bijvoorbeeld merinowol. Het materiaal van deze kleding zorgt ervoor dat je lichaamsvocht goed afdrijft als je je inspant. Maar ook moet het het ademend zijn. Deze laag fungeert namelijk als een tweede huid. Een goed merk hiervoor is Woolpower. Dat is gemaakt van wol, maar op een innovatieve manier geproduceerd, waardoor en meer lucht in de stof zit. En deze lucht zorgt voor een goede isolatie.
Daarnaast is het belangrijk om goed te kijken naar de kleding die je aan de buitenkant draagt. Hierbij is het belangrijk dat de kleding de wind goed kan tegenhouden waardoor je er geen last van hebt. Maar het is wel fijn als deze kleding ook lucht door kan laten als je het warmer krijgt. Vaak hebben deze jassen een rits aan de onderkant van je armen, de plek waar frisse lucht erg prettig kan zijn. Ben je dus op zoek naar een jas die je bijstaat in deze koude tijden? Dan is een jas met luchtdoorlatende ritsen een echte aanrader.
Ook kan je gebruik maken van een balaclava of een Buff om je hoofd, nek en hals warm te houden. Deze zijn gemaakt voor activiteiten in de frisse buitenlucht en dragen fijner dan een dikke sjaal.
Niet te groot niet te klein
Als je op pad gaat zal je waarschijnlijk ook gebruik maken van warme schoenen en handschoenen. Hierbij is het belangrijk dat je ze niet te groot hebt, maar ook zeker niet te klein. Als je namelijk jouw schoenen vol stopt met dikke sokken zal je niet direct warme voeten krijgen. Een laagje lucht is daarin belangrijk, dat isoleert namelijk. Zorg er dus voor dat je ruimte houdt in je schoenen én in je handschoenen. Zo kan je ook met je vingers en tenen nog wiebelen om ze warm te houden.
2. Een goed lagensysteem
Als je de juiste kleding klaar hebt, dan is het ook belangrijk om het op de juiste manier te gebruiken. Namelijk met een lagensysteem. Met het lagensysteem zorg je er voor dat je kleine stukjes warmte kan toevoegen of kan wegnemen. Als je namelijk maar 1 dikke jas draagt dan is het niet mogelijk om een klein beetje warmte weg te nemen. Dat kan wel als je verschillende laagjes draagt.
Een lagensysteem bestaat in principe uit de volgende lagen
- De onderlaag – Ik noemde het zojuist al, dat is de laag die direct tegen je huid aan zit en deze laag moet goed vocht afvoeren, ademen én je lichaam warm houden.
- De tussenlaag – Als je in de winter gaat wandelen draag je boven je thermokleding vaak een wandelshirt. Maar ook kan je een broek als tussenlaag dragen. Bijvoorbeeld je normale wandelbroek. Afhankelijk van de kou kan je er voor kiezen om bij je benen 2 of 3 lagen te dragen.
- De warmtelaag – Deze laag is, zoals de naam al zegt, echt bedoeld om je warm te houden. Bijvoorbeeld een dikke fleece trui of donsjas. Maar ook een dikke fleece broek kan hier goed voor dienen.
- De buitenlaag – Deze laag beschermt je tegen het gure weer wat er in de winter kan zijn. Sneeuw, wind en regen. Deze laag vangt het allemaal af. Dit doe je vaak door het gebruik van een hardshell jas of broek.
Kies jouw combinatie
De verschillende lagen die ik hierboven heb omschreven zijn niet per definitie de lagen die je ook écht moet dragen. Al raad ik tijdens een winterwandeling wel aan om áltijd een goede basislaag te gebruiken en een goede hardshell jas aan te doen of mee te nemen. De andere lagen kan je combineren op de manier die het beste bij jou en jouw wandeling past. Wanneer ik op pad ga in de winter heb ik vaak de volgende lagen mee:
- Een thermo broek en shirt
- Een fleece vest
- Een donsjas
- Een hardshell / regenjas (Gore-tex)
- Een fleece broek (voor de dames, de Oulo broek van Fjallraven is een heerlijke wandelbroek voor de koude dagen)
- Een hardshell broek (Gore-Tex)
Afhankelijk van de kou draag ik ook meerdere lagen sokken of handschoenen. Nu ben ik iemand die niet snel koude handen en voeten heeft. Dus meestal zijn 1 paar dikke sokken voor mij voldoende en 1 paar handschoenen ook. Maar heb je sneller last van koude handen of voeten zorg er dan voor dat je ook hier goed nadenkt over de verschillende lagen. Je kan in je schoenen ook warmere zolen gebruiken. Zo heb ik tijdens de winterwandeling in Zweden de inlegzolen gebruikt van Woolpower. Die zijn gemaakt van gerecyclede materialen van de Woolpower collectie en dat betekent dat ze gemaakt zijn van Merinowol.
Wil je meer weten over het lagensysteem? Lees dan vooral deze blog.

3. Eten en drinken tijdens je winter wandeling
Als je zweet van de warmte denk je vaak maar aan 1 ding: drinken! Maar tijdens je winter wandeling is het eten en drinken minstens net zo belangrijk. Doordat het koud is gebruikt je lichaam veel energie om warm te blijven. Deze energie moet goed aangevuld worden met eten en drinken. Ook draag je tijdens een winterwandeling vaak een zwaardere tas omdat je al je dikke lagen meeneemt. Genoeg reden dus om die calorie inname hoog te houden.
Plan je eten en drinken
Als je aan het hiken bent in de winter snap ik dat je het niet ziet zitten om elke keer je rugzak af te doen om wat te eten. Toch is het belangrijk dat je regelmatig voeding binnen krijgt. Zelf houden wij de regel aan dat we elk uur iets moeten eten. Onze manier hierin is dat we op onze sporthorloge een melding krijgen zodat we weten dat het tijd is voor een lekkere hap. Omdat we het onszelf aangenaam en makkelijk willen maken hebben we in de makkelijk toegankelijke zakken eten gestopt. En dan vooral lekker eten dat makkelijk weg te krijgen is. Het is beter om elk uur iets te eten dan aan het eind van de dag in 1 keer veel. Dus draag ik in mijn linker zak wat nootjes en in mijn rechterzak chocolade (nog een voordeel in de winter, de chocolade smelt niet). Dan heb ik in de heupband van de rugzak bijvoorbeeld nog een reep en rozijnen in mijn jaszak. Zo heb ik veel verschillende dingen bij me zodat ik altijd wel trek heb in iets.
Ook zorgen we er voor dat we genoeg drinken, minimaal 2 liter water op een dag. Maar liever nog 3 tot 4. Natuurlijk ook weer afhankelijk van de zwaarte en lengte van de hike. In de zomer maken we gebruik van een Camelbak, maar in de winter gebruiken we veldflessen die we isoleren. Je kan er ook voor kiezen om een geïsoleerde Camelbak te gebruiken. Wat je ook gebruikt, het is dus wel dat je jouw water goed isoleert. Want juist met die kou bevriest je water gemakkelijk. En je wilt natuurlijk niet dat je jouw water weer moet gaan ontdooien. Ook hebben we altijd een thermosfles mee, zodat we ook kunnen genieten van een lekkere kop warme thee.

4. Comfortabel blijven tijdens het wandelen
Tijdens het wandelen wil je het liefst zo comfortabel mogelijk lopen. Dat doe je door kleding te dragen die lekker zit, schoenen te kopen waar je geen blaren van krijgt en te lopen met een rugzak die is afgestemd op jouw lichaam. Maar zeker net zo belangrijk is dat je niet gaat zweten.
Be bold, start cold
Je hebt het vast eens meegemaakt. Dat je helemaal warm en bepakt op pad gaat en zodra je 100 meter gelopen hebt krijg je het al warm. Je bent net lekker op weg en eigenlijk heb je geen zin om alweer te stoppen om een laagje uit te doen. Dus loop je door en begin je een beetje te zweten. En dat is precies wat je eigenlijk niet zou moeten doen. Tijdens het wandelen is het beter om het net ietsje fris te hebben (comfortabel koud noemen we het ook wel), dan dat je het iets te warm hebt.
Als je start is het daarom slimmer om net even dat laagje extra niet aan te doen. Misschien is dat even fris, maar al snel warm je weer op. Zodra je namelijk gaat zweten worden ook je kleren vochtig. Als je daarna stopt met lopen (of met zweten) dan koelt ook de kleding weer af. En dan voelt dat ene warme laagje plots juist extra koud aan. Het is daarom belangrijk dat je probeert niet te veel te zweten in de kleding die je aan hebt. Zo lopen wij ook tijdens winterhikes regelmatig enkel in een vestje.

5. Warm blijven in de pauze
Ik noemde het net al even. Zodra je stopt koel je natuurlijk gemakkelijker af. Die wind die net wel prima voelde, voelt nu ineens ijzig koud aan. Maar toch is het fijn om af en toe even pauze te houden. Juist tijdens deze pauzes is het belangrijk om je lichaamstemperatuur op peil te houden. Misschien droeg je tijdens het lopen alleen een fleece of je dunne donsjas. Dan is het eerste wat je doet tijdens de pauze die extra laag er weer bij pakken. Zo vang je de wind meer af en isoleer je de lucht rondom je lichaam. Ook is het verstandig om een isolerend zitmatje mee te nemen. Deze matjes zijn fijn voor in de winter en zorgen er niet alleen voor dat je zitvlak schoon en droog blijft. Ze houden ook de kou uit de grond tegen. Blijf niet al te lang op 1 plek zitten (tenzij je uit de wind en lekker in het zonnetje zit). Het is beter om af en toe een korte pauze te houden dan 1 hele lange. Want hoe kouder je bent geworden. Hoe langer het duurt voordat je weer bent opgewarmd.